Als iedereen aan tafel zit bespreek je de volgende onderwerpen:
- Spreek af dat belangen steeds worden uitgesproken, zowel zakelijke belangen als persoonlijke belangen. Zorg daarbij dat niemand belangen weglaat en check altijd of alle uitgesproken belangen ook goed begrepen zijn door de anderen. Het uitspreken van belangen voorkomt ‘invullen voor een ander’ en discussie op basis van aannames. Ook in dit gesprek is het raadzaam om te beginnen met een rondje belangen uitspreken. Zie ook Gesprek met projectpartners over individuele belangen en ambities (fase 1).
- Samen de spelregels bepalen, bijvoorbeeld ‘we houden rekening met de wijsheid van de minderheid’ of ‘we onderhandelen nooit terug’.
- Appels en peren onderscheiden: criteria zijn vaak van een heel andere orde, bijvoorbeeld ‘keuzevrijheid’ en ‘betaalbaarheid’. Deze kunnen allebei belangrijk gevonden worden, maar het eerste gaat over invloed en het tweede over geld. Deel criteria eenduidig in, dat voorkomt spraakverwarring.
- Eerst wegen, dan kiezen. Voor je keuzes ‘scoort’ op criteria, is het goed om vast te stellen hoe belangrijk deze criteria ten opzichte van elkaar zijn. Als je in de volgende fase moet gaan kiezen, zorg dat dat je afgesproken hebt eerst aan de criteria een belang toe te kennen. Het opsplitsen van belang en score verheldert de discussie en maakt het makkelijker een midden te zoeken of een creatieve oplossing te vinden.