Inloggen
Terug

Kennisdossier: Sociale activatie in de wijk

Dit kennisdossier beschrijft de sociale activatie en legt uit hoe je die kunt toepassen in de wijkaanpak. De onderliggende theorie behandelt hoe je informele netwerken kunt inzetten om een boodschap te verspreiden en mensen aan te zetten tot gedragsverandering en actie. Dit kennisdossier is één van de uitkomsten van een samenwerking tussen het programma ENRGISED en het Wijkkompas. 

Over dit kennisdossier

Dit dossier is ontworpen voor projectleiders en professionals die zich binnen de wijkaanpak bezig houden met communicatie(strategieën). De hieronder toegelichte methode bevat zes stappen voor de toepassing van sociale activatie binnen de context van de energietransitie in wijken en buurten. De theorie is ook toe te passen in andere (gemeentelijke) contexten, zoals gezondheid en veiligheid. De sociale-activatietheorie kan worden toegepast door iedereen die een groep in beweging wil brengen. 

Leeswijzer
In het eerste deel van dit kennisdossier geven we inzicht in wat sociale activatie is, waarom het belangrijk kan zijn voor het verloop van de energietransitie en wat belangrijk is voor het slagen van sociale activatie-processen. Vervolgens wordt systematisch weergegeven hoe sociale activatie in de zes fasen van het Wijkkompas toegepast kan worden.

Netwerktheorie

De kracht van sociale netwerken lijken in eerste instantie vaak onzichtbaar of ongrijpbaar, maar in sociale netwerken gaat veel energie en kennis in rond. Daar kan je gebruik van maken bij de verduurzaming van een buurt of wijk. Ondanks dat een sociaal netwerk niet tastbaar is, kan het wel veel impact hebben. Denk bijvoorbeeld aan de ‘ice bucket challenge’, waarin mensen elkaar via een video uitdagen een emmer ijskoud water over zichzelf heen te gieten voor het goede doel. Het lijkt misschien een simpel filmpje, maar het werkt aanstekelijk doordat je wordt uitgenodigd door iemand die je goed kent en de opgave zelf weer doorstuurt. 

Netwerktheorie bestudeert hoe mensen in netwerken met elkaar verbinding staan en wat ze aan elkaar overdragen. Via netwerken vindt spontane overdracht plaats. Dit noemen we ‘sociale activatie’. De personen in het netwerk geven informatie aan elkaar door. Ook gedrag kan mede worden bepaald door de acties van anderen in het netwerk. De kracht van netwerktheorie zit niet alleen in personen die een bepaalde boodschap overbrengen. De onderlinge banden tussen personen bepalen in hoeverre een boodschap aankomt en kan leiden tot gedragsverandering. 

De netwerktheorie is bewezen succesvol en wordt in verschillende sectoren toegepast. De theorie hielp bijvoorbeeld de Zuid-Koreaanse overheid met het verspreiden van anticonceptie. Maar ook boeren in de Verenigde Staten konden er hun levensonderhoud door redden, toen sociale activatie werd gebruikt om nieuwe zaaimethodes te verspreiden.

Hoe geef je informatie en gedrag door?
Laten we eerst kijken naar het doorgeven van informatie. Simpele informatie (zoals het doorgeven van een voetbaluitslag) geven we snel door. Er zit namelijk geen risico vast aan het doorgeven, informatie uit je netwerk voelt betrouwbaar aan. Je hoeft het maar van één iemand of een klein aantal personen te horen om het aan te nemen én om het door te geven. Dit noemen we simpele activatie. 

Gedrag overnemen of doorgeven is minder simpel. Denk aan het stoppen met roken. Het kan zijn dat je dit pas doet als meerdere vrienden gestopt zijn. Doordat gedrag anders door een netwerk beweegt, zijn er ook andere methodes nodig om hierbij te helpen. Je huis verduurzamen en aardgasvrij maken is ook een vorm van gedragsverandering die valt onder complexe activatie. 

Eén groep mensen, toch vier gesprekken?
Netwerken organiseren zich in gemeenschappen, oftewel een groep mensen met een gemene deler, die contact met elkaar hebben. Binnen één community kunnen meerdere netwerken bestaan. Ze beschrijven de relaties die mensen met elkaar hebben en niet direct de personen die samen een community vormen.

Binnen een wijk kan het bijvoorbeeld zo zijn dat sommige buren wel met elkaar praten over voetbal, maar nooit bespreken wat voor zonnepanelen ze hebben. Maar ook mensen met zonnepanelen bespreken niet per se het onderwerp van-het-aardgas-af met elkaar. Als je de wijk ingaat, kijk dan niet alleen naar de gemeenschappen en de personen, maar ook naar de onderwerpen die besproken worden. Wie verzamelt zich rond welke thema’s? Zo ontdek je het daadwerkelijke netwerk. 

Hoe kan het vuurtje gaan lopen?

Wanneer je aan de slag gaat met sociale activatie (zowel simpele als complexe activatie) kan je verschillende methoden gebruiken. Wanneer je een nieuw vuurtje wil starten, kies je een methode op basis van de activatie die je wil bereiken. Sommige netwerken zijn heel hecht, de sociale cohesie is dan hoog. In andere netwerken staat een verbindende persoon centraal. In weer andere zijn er eilandjes, die sterker met elkaar verbonden zijn dan met andere. Hoe groter het netwerk, hoe meer eilandjes. Voor het toepassen van de juiste activatiemethode is het niet genoeg om de theorie te kennen, je moet ook de context doorgronden om de juiste keuze te maken voor de aanpak. Daarom is het belangrijk het netwerk goed in kaart te brengen zodat je op basis daarvan een passende aanpak kan ontwerpen. 

Er bestaan drie methoden voor sociale activatie:

1. Hagel
Veel gebruikt door gemeenten.
Geschikt voor het verspreiden van informatie.

Wil je snel informatie verspreiden? Kies dan voor de hagel-strategie. Probeer in elke doelgroep iemand te vinden aan wie je informatie kan doorgeven. Je hebt weinig tijd en aandacht nodig bij het benaderen van contacten, waardoor je met je beschikbare capaciteit veel mensen kunt bereiken. Je hoeft weinig onderzoek te doen naar het netwerk voor deze strategie.

2. Influencer
Veel gebruikt door online marketeers.
Geschikt voor het verspreiden van informatie en gedragsverandering.

Informatie kan door middel van een influencer snel verspreid worden. Wanneer deze influencer overtuigingskracht en legitimiteit in een netwerk heeft, is het mogelijk om via deze persoon gedrag door te geven. Dit hoeft dus niet per se een social media-influencer te zijn; het kan ook een ander persoon met legitimiteit en invloed zijn. Zo bleek in Stad aan 't Haringvliet de huisarts deze rol te kunnen spelen

Als er een influencer aanwezig is die je in zou willen zetten voor gedragsverandering, onderzoek dan of deze persoon centraal wil komen te staan in een energietransitie-netwerk én bewoners kan activeren tot bijvoorbeeld gedragsverandering.

3. Stille kracht
Veel gebruikt door sociologen.
Geschikt voor gedragsverandering.

Volgens de stille kracht-techniek is het verstandig om juist aan de randen van het netwerk met een kleine, redelijk homogene groep te beginnen. Voor deze methode moet er voldoende cohesie zijn in de wijk.

Gedrag doorgeven kost tijd. Het lijkt daarom langzaam te gaan, omdat er eerst een nieuwe sociale norm moet worden gemaakt: een veilige plek voor nieuwe ideeën. Eenmaal gestart, pakt het netwerk het zelf op en gaat het gedrag zich verspreiden als een lopend vuurtje.
 
Je kan het niet alleen
Los van de sociale-activatietheorie kan je de hulp van een ‘vertaler’ zoeken wanneer je de wijk ingaat. Dit is een tussenpersoon die zowel de zender van de boodschap (de gemeente of een projectteam) als de ontvanger (bewoners uit de buurt) goed kan begrijpen. Bijvoorbeeld een bewoner met beleidservaring of een andere partij die aansluiting kan bieden. Een bruggenbouwer dus. Deze vertaler helpt niet alleen bij het faciliteren van een goed gesprek, maar creëert een nieuw speelveld waarop ruimte ontstaat voor samenwerking en kruisbestuiving voor innovatieve plannen.

In de energietransitie passen bewonersinitiatieven de netwerktheorie vaak onbewust toe. Doordat zij dicht bij verschillende netwerken staan hebben zij vaak inzicht in wat er écht nodig is om verandering teweeg te brengen.

Verdieping: Sociale identiteit, norm en cohesie

Wanneer sociologen spreken over een homogene groep, gaat het over personen die zich vormen rond eenzelfde sociale identiteit. Die sociale identiteit kan door verschillende factoren bepaald worden, en kan voor iedere persoon in het netwerk verschillend zijn. Op werk is jouw sociale identiteit misschien wel dat je op de eerste verdieping werkt, of dat je op de afdeling financiën werkt. Sociale identiteiten zijn netwerkgebonden. In de wijk zien we vaak dat sociale groepen zich vormen rond een gedeelde fysieke ruimte. Bijvoorbeeld: ik woon bij de speeltuin. Of: ik ken iedereen in mijn straat. 

De wijk als geheel heeft een sociale norm, maar elke groep heeft ook zijn eigen norm. Om terug te grijpen op het eerdere voorbeeld: in Nederland is het ‘normaal’ om niet te roken, maar er zijn ook vriendengroepen waar roken wél de standaard is. De sterkte van de band tussen verschillende sociale groepen noemen we sociale cohesie. Sociale cohesie is sterk wanneer veel mensen uit de ene groep veel mensen kennen uit de andere groep. De band is licht als maar één of twee personen contact hebben met elkaar. 

Sociale cohesie beschrijft alleen het aantal verbindingen in een netwerk, maar zegt niets over de mogelijkheid van mensen om een initiatief op te zetten. In sociaal-economisch benadeelde wijken kan de sociale cohesie heel sterk zijn. Alsnog kan het lastig zijn om sociale activatie toe te passen omdat het netwerk zich richt op andere onderwerpen. Bijvoorbeeld voor elkaar zorgen, elkaar opvangen en helpen het hoofd boven water te houden in het dagelijks leven.

6-staps Methode

Dit stappenplan voor sociale activatie in de wijk is gemaakt op basis van de sociologische theorie, aangevuld met praktijkinzichten uit de energietransitie in de wijk. De stappen helpen om het proces van sociale activatie te structureren om de warmtetransitie in de wijk te verspreiden.

Het is belangrijk om je er bewust van te zijn dat iedere wijk anders is en je daarom de methode flexibel in moet zetten en kunt aanpassen aan lokale factoren.

Stap 1 Wie doet er mee?
Doel  
Je kent de (belangrijkste) informele netwerken en actoren in de wijk en weet deze te bereiken en betrekken. Denk hierbij aan netwerken bij buurthuizen, bewonersorganisaties, lokale sportclubs en verenigingen en aan sleutelfiguren die de wijk en haar bewoners goed kennen. Een leidend knooppunt hierin is Informele netwerken en verbindende actoren in beeld brengen (fase 1). 

Aanpak 
Je zoekt naar bestaande netwerken in de wijk en legt contact via mensen die het netwerk goed kennen. Als projectleider vraag je ook informatie aan de afdeling sociaal domein van de gemeente, misschien hebben zij bepaalde aspecten van de wijk al in kaart gebracht. 

Denk hierbij niet alleen aan organisaties en netwerken gerelateerd aan de energietransitie of duurzaamheid, maar ook aan de buurtbarbecue of een wijkcentrum als verbindend thema. 

Als je in deze fase spreekt met bewonersinitiatieven ga dan ook na of zij een actieve rol willen in de wijkaanpak of zich meer willen inzetten voor sociale activatie (of beide). Heb hierbij ook aandacht voor de bestaande bewonersinitiatieven in de wijk, zie: Samenwerking bewonersinitiatieven opstarten). Bespreek wat je van elkaar kan verwachten: het bewonersinitiatief van jou als projectteam en andersom. Een bewonersinitiatief kan bijvoorbeeld een grote rol spelen bij het in kaart brengen van informele netwerken. 

Stap 2 Netwerk leren kennen 
Doel 
Je hebt contact gelegd met de netwerken die je eerder in beeld hebt gebracht. Het sociale activatieproces is hiermee gestart. 

Aanpak 
Om het gehele proces van sociale activatie en participatie goed in te richten is representatie en diversiteit belangrijk. Gebruik de hagel-strategie om in deze fase zoveel mogelijk mensen en zoveel mogelijk verschillende groepen te bereiken. Dit kan je bijvoorbeeld doen als je aan de slag gaat met het knooppunt Woon- en wijkwensen te verkennen en hiervoor met bewoners in gesprek gaat. Vraag niet alleen naar de energietransitie, maar ook naar andere thema’s die er mee te maken hebben of spelen in de wijk. Zo vind je sneller een bestaand netwerk rond het thema van de energietransitie, of vind je de juiste personen om het netwerk mee te starten. Vraag ook aan bewoners wie zij spreken over de energietransitie en wie er veel contacten heeft in dit netwerk. Resultaten van deze gesprekken zorgen voor een aanvulling op het overzicht van netwerken en verbindende personen in de wijk, waar je in fase 1 mee bent gestart.  

Het is mogelijk dat er geen netwerk rond het thema energietransitie is in de wijk. Dit kan voorkomen als er weinig sociale cohesie is, maar ook wanneer netwerken overbelast zijn door andere thema’s. Evalueer in dit geval of je in wil zetten op sociale activatie en welke rol het projectteam vervolgens het best kan vervullen. Is het netwerk sterk genoeg, dan kan het projectteam meer een faciliterende rol aannemen in het betrekken van de wijk. Hiermee kan je de regierol zoals bepaald in fase 1 verrijkt of aangepast worden.  

Stap 3 Een nieuwe sociale norm 
Doel 
In een sociale groep start het ‘lopend vuurtje’ en is er een begin gemaakt met een nieuwe sociale norm. 

Aanpak 
Een nieuwe norm ontstaat wanneer mensen elkaar ontmoeten. Vraag aan de actievelingen in het netwerk wat zij nodig hebben om het gesprek over duurzaamheid te starten. In de ene wijk is dit een lezing, in de andere wijk een warme-truien-feest. Sluit vooral aan bij de behoefte van de wijk, of sluit aan bij bestaande evenementen die plaatsvinden in de wijk. Het gesprek hoeft nu nog niet gericht te zijn op ‘de oplossing’ maar mag wél gaan over verduurzaming. 

Stap 4 Het lopend vuurtje
Doel 
Nu de eerste enthousiaste groep is gestart met het vormen van een nieuwe norm kan deze (langzaam) worden doorgegeven aan de rest van de wijk. 

Aanpak 
Voor het doorgeven van de nieuwe norm moeten mensen uit verschillende sociale groepen elkaar ontmoeten. Vraag bewoners hoe zij elkaar willen ontmoeten rondom dit thema. Het kan zijn dat er nu nieuwe wensen opkomen. Aansluiten bij een buurtbarbecue lijkt misschien een goed idee, maar dit evenement draait om gezelligheid met de buren, terwijl je hierbij ook een gesprek over duurzaamheid en de warmtetransitie wilt opstarten. Zoek een manier om de netwerken (en thema’s) te combineren, bijvoorbeeld een buurtcafé-avond met specifiek thema zoals zonnepanelen of warmtepompen. 

Stap 5 Houd het proces warm 
Doel 
Je ondersteunt vrijwilligers, het netwerk en andere verbindende personen zodat de nieuwe norm zich steeds verder verspreidt in de wijk. Dit is belangrijk want gedragsverandering kost tijd en is een project van de lange adem (net als de energietransitie).  

Aanpak 
Ondersteuning in deze fase kan verschillende vormen aannemen. Een betaalde kracht die als vertaler functioneert kan de last wegnemen bij het netwerk, terwijl het proces wel van de wijk blijft. Ook kan het helpen om de actieve bewoners van het eerste uur weer samen te brengen. Een projectteam kan actieve bewoners ook financieel steunen, helpen bij het faciliteren van bijeenkomsten of ruimtes ter beschikking stellen. Sommige bewoners zullen pas geactiveerd worden op het moment dat de keuze dichterbij komt en hebben dan een informatieachterstand. Neem de tijd om iedereen up to speed te krijgen met het proces van de wijkaanpak.

Stap 6  Na activatie - acceptatie 
Voor een individuele warmteoplossing is stap 6 niet nodig. Bewoners kunnen op hun eigen tempo het proces doorzetten. Bij een collectieve warmteoplossing kan het zijn dat je een grote groep gelijktijdig moet activeren. Daarvoor is deze stap bedoeld. 

Doel 
Je activeert in korte tijd een grote groep in het kader van een collectieve warmteoplossing waar een (tussentijds) besluit over moet worden gemaakt. 

Aanpak 
Bewoners hebben recht op een gelijk informatieniveau en dus kan je het best iedereen tegelijk met de hagel-strategie informeren. Doordat in stap 1 tot 5 het netwerk zelf al actief geworden is, kan je het bericht laten aansluiten op het gesprek dat leeft in de wijk.

Nu het proces van stap 1 tot 5 nogmaals versneld gaat lopen, kan je gebruikmaken van de opgedane kennis uit deze fases. Het projectteam heeft de wijk goed leren kennen en kan hierdoor de communicatieboodschap aanscherpen. Mocht je dit niet zeker weten, wees dan niet bang om opnieuw de wijk in te gaan met dezelfde vragen als in stap 1. Juist door de antwoorden van bewoners te vergelijken leer je veel over de verandering die het netwerk heeft doorgemaakt. 

Wil je meer weten?

Dit kennisdossier is gebaseerd op het afstudeeronderzoek van Rose Visser. Haar scriptie biedt een verdieping op dit kennisdossier. Klik hier voor het afstudeerverslag.

Onze sociale-activatietheorie in dit kennisdossier is gebaseerd op het werk van Damon Centola. In zijn boek 'Verandering' legt hij de drie verspreidingswijzen uit aan de hand van waargebeurde verhalen en voorbeelden zoals het ontstaan van Twitter, maar ook anticonceptie in Zuid-Korea. Naast het werk van Centola is in het Engels veel literatuur te vinden wanneer je zoekt op de term ‘social contagion’.