Dit stappenplan voor sociale activatie in de wijk is gemaakt op basis van de sociologische theorie, aangevuld met praktijkinzichten uit de energietransitie in de wijk. De stappen helpen om het proces van sociale activatie te structureren om de warmtetransitie in de wijk te verspreiden.
Het is belangrijk om je er bewust van te zijn dat iedere wijk anders is en je daarom de methode flexibel in moet zetten en kunt aanpassen aan lokale factoren.
Stap 1 Wie doet er mee?
Doel
Je kent de (belangrijkste) informele netwerken en actoren in de wijk en weet deze te bereiken en betrekken. Denk hierbij aan netwerken bij buurthuizen, bewonersorganisaties, lokale sportclubs en verenigingen en aan sleutelfiguren die de wijk en haar bewoners goed kennen. Een leidend knooppunt hierin is
Informele netwerken en verbindende actoren in beeld brengen (fase 1).
Aanpak
Je zoekt naar bestaande netwerken in de wijk en legt contact via mensen die het netwerk goed kennen. Als projectleider vraag je ook informatie aan de afdeling sociaal domein van de gemeente, misschien hebben zij bepaalde aspecten van de wijk al in kaart gebracht.
Denk hierbij niet alleen aan organisaties en netwerken gerelateerd aan de energietransitie of duurzaamheid, maar ook aan de buurtbarbecue of een wijkcentrum als verbindend thema.
Als je in deze fase spreekt met bewonersinitiatieven ga dan ook na of zij een actieve rol willen in de wijkaanpak of zich meer willen inzetten voor sociale activatie (of beide). Heb hierbij ook aandacht voor de bestaande bewonersinitiatieven in de wijk, zie:
Samenwerking bewonersinitiatieven opstarten). Bespreek wat je van elkaar kan verwachten: het bewonersinitiatief van jou als projectteam en andersom. Een bewonersinitiatief kan bijvoorbeeld een grote rol spelen bij het in kaart brengen van informele netwerken.
Stap 2 Netwerk leren kennen
Doel
Je hebt contact gelegd met de netwerken die je eerder in beeld hebt gebracht. Het sociale activatieproces is hiermee gestart.
Aanpak
Om het gehele proces van sociale activatie en participatie goed in te richten is representatie en diversiteit belangrijk. Gebruik de hagel-strategie om in deze fase zoveel mogelijk mensen en zoveel mogelijk verschillende groepen te bereiken. Dit kan je bijvoorbeeld doen als je aan de slag gaat met het knooppunt
Woon- en wijkwensen te verkennen en hiervoor met bewoners in gesprek gaat. Vraag niet alleen naar de energietransitie, maar ook naar andere thema’s die er mee te maken hebben of spelen in de wijk. Zo vind je sneller een bestaand netwerk rond het thema van de energietransitie, of vind je de juiste personen om het netwerk mee te starten. Vraag ook aan bewoners wie zij spreken over de energietransitie en wie er veel contacten heeft in dit netwerk. Resultaten van deze gesprekken zorgen voor een aanvulling op het overzicht van netwerken en verbindende personen in de wijk, waar je in fase 1 mee bent gestart.
Het is mogelijk dat er geen netwerk rond het thema energietransitie is in de wijk. Dit kan voorkomen als er weinig sociale cohesie is, maar ook wanneer netwerken overbelast zijn door andere thema’s. Evalueer in dit geval of je in wil zetten op sociale activatie en welke rol het projectteam vervolgens het best kan vervullen. Is het netwerk sterk genoeg, dan kan het projectteam meer een faciliterende rol aannemen in het betrekken van de wijk. Hiermee kan je de
regierol zoals bepaald in fase 1 verrijkt of aangepast worden.
Stap 3 Een nieuwe sociale norm
Doel
In een sociale groep start het ‘lopend vuurtje’ en is er een begin gemaakt met een nieuwe sociale norm.
Aanpak
Een nieuwe norm ontstaat wanneer mensen elkaar ontmoeten. Vraag aan de actievelingen in het netwerk wat zij nodig hebben om het gesprek over duurzaamheid te starten. In de ene wijk is dit een lezing, in de andere wijk een warme-truien-feest. Sluit vooral aan bij de behoefte van de wijk, of sluit aan bij bestaande evenementen die plaatsvinden in de wijk. Het gesprek hoeft nu nog niet gericht te zijn op ‘de oplossing’ maar mag wél gaan over verduurzaming.
Stap 4 Het lopend vuurtje
Doel
Nu de eerste enthousiaste groep is gestart met het vormen van een nieuwe norm kan deze (langzaam) worden doorgegeven aan de rest van de wijk.
Aanpak
Voor het doorgeven van de nieuwe norm moeten mensen uit verschillende sociale groepen elkaar ontmoeten. Vraag bewoners hoe zij elkaar willen ontmoeten rondom dit thema. Het kan zijn dat er nu nieuwe wensen opkomen. Aansluiten bij een buurtbarbecue lijkt misschien een goed idee, maar dit evenement draait om gezelligheid met de buren, terwijl je hierbij ook een gesprek over duurzaamheid en de warmtetransitie wilt opstarten. Zoek een manier om de netwerken (en thema’s) te combineren, bijvoorbeeld een buurtcafé-avond met specifiek thema zoals zonnepanelen of warmtepompen.
Stap 5 Houd het proces warm
Doel
Je ondersteunt vrijwilligers, het netwerk en andere verbindende personen zodat de nieuwe norm zich steeds verder verspreidt in de wijk. Dit is belangrijk want gedragsverandering kost tijd en is een project van de lange adem (net als de energietransitie).
Aanpak
Ondersteuning in deze fase kan verschillende vormen aannemen. Een betaalde kracht die als vertaler functioneert kan de last wegnemen bij het netwerk, terwijl het proces wel van de wijk blijft. Ook kan het helpen om de actieve bewoners van het eerste uur weer samen te brengen. Een projectteam kan actieve bewoners ook financieel steunen, helpen bij het faciliteren van bijeenkomsten of ruimtes ter beschikking stellen. Sommige bewoners zullen pas geactiveerd worden op het moment dat de keuze dichterbij komt en hebben dan een informatieachterstand. Neem de tijd om iedereen up to speed te krijgen met het proces van de wijkaanpak.
Stap 6 Na activatie - acceptatie
Voor een individuele warmteoplossing is stap 6 niet nodig. Bewoners kunnen op hun eigen tempo het proces doorzetten. Bij een collectieve warmteoplossing kan het zijn dat je een grote groep gelijktijdig moet activeren. Daarvoor is deze stap bedoeld.
Doel
Je activeert in korte tijd een grote groep in het kader van een collectieve warmteoplossing waar een (tussentijds) besluit over moet worden gemaakt.
Aanpak
Bewoners hebben recht op een gelijk informatieniveau en dus kan je het best iedereen tegelijk met de hagel-strategie informeren. Doordat in stap 1 tot 5 het netwerk zelf al actief geworden is, kan je het bericht laten aansluiten op het gesprek dat leeft in de wijk.
Nu het proces van stap 1 tot 5 nogmaals versneld gaat lopen, kan je gebruikmaken van de opgedane kennis uit deze fases. Het projectteam heeft de wijk goed leren kennen en kan hierdoor de communicatieboodschap aanscherpen. Mocht je dit niet zeker weten, wees dan niet bang om opnieuw de wijk in te gaan met dezelfde vragen als in stap 1. Juist door de antwoorden van bewoners te vergelijken leer je veel over de verandering die het netwerk heeft doorgemaakt.