Wat wordt de omvang van het project: de hele wijk of een deel ervan? Om hier als projectteam een keuze in te kunnen maken, zoek je naar een optimale balans tussen bijvoorbeeld:
- Gebiedsomvang. Wil je met één groot project aan de slag, of meerdere kleine projecten?
- Gebouwtypen. Wil je alleen aan de slag met bewoners, of betrek je een nabijgelegen bedrijventerrein? Ook heeft de technische situatie van de gebouwen invloed op de afbakening.
- Mogelijke technische oplossingen. Denk bij een warmtenet bijvoorbeeld aan welke delen van de wijk en/of verschillende wijken aangesloten kunnen worden.
De definitieve afbakening komt in een iteratief proces tot stand. Begin met een afbakening die logisch lijkt en realiseer je dat een ideale afbakening niet bestaat. Per gebouw breng je in kaart wiens eigendom het is en hoe het gebouw wordt gebruikt (wonen, werken, publiek, etc.). Maak onderscheid tussen sociale huurwoningen (eigendom woningcorporatie), particuliere huurwoningen (eigendom private belegger) en koopwoningen (eigendom bewoners). Deze informatie heb je namelijk nodig bij het
Inrichten van financiële arrangementen. Geef ook aan welke woningen grondgebonden zijn (woning staat op eigen grond) en welke gestapeld (appartementencomplexen). Deze informatie heb je later nodig bij om te bepalen welke techniek geschikt is.
Ga in gesprek met belanghebbende zoals de woningcorporatie, bedrijvenvereniging, bewonersvertegenwoordiger of andere organisaties in de wijk om een genuanceerder en rijker beeld te krijgen van de actuele situatie. Verzamel relevante informatie over het gebouw, zoals adressen, energieverbruik en de huidige staat. Als gaandeweg blijkt dat een andere afbakening passender is, stel de gebiedsafbakening dan bij.
Een afbakening helpt je uiteindelijk om in deze en volgende fasen de juiste strategie te kiezen en tot een tot een business case voor de wijk te komen in
Business case voor de wijk opstellen (fase 3).