Voor een succesvolle energietransitie is acceptatie van de samenleving nodig. Daarvoor moet de energietransitie rechtvaardig zijn. Hoe richten we ons energiesysteem zo in dat iedereen mee kan doen, ongeacht maatschappelijke status, sociale identiteit of de grootte van de portemonnee?
In de energietransitie worden diverse maatregelen genomen om de CO2-uitstoot te verminderen. Naast het aardgasvrij maken van wijken, geven gemeenten bijvoorbeeld subsidies voor zonnepanelen en warmtepompen. Ondanks de subsidie vraagt dit om een grote investering. Voor mensen met een laag inkomen is het moeilijker om hier aan deel te nemen. Zo heeft een steeds groter wordende groep te maken met energiearmoede en kan niet iedereen meedoen aan de energietransitie. Terwijl de transitie iedereen aangaat.
Een rechtvaardige energietransitie gaat dus over een eerlijke inrichting van de energietransitie voor iedereen. Maar wanneer is een keuze rechtvaardig? En hoe kun je keuzes onderbouwen? Aan de hand van vijf principes leggen we uit hoe je als gemeente zoveel mogelijk onrechtvaardige gevolgen kunt wegnemen in de energietransitie.
Door de energietransitie ontstaan lusten (bijvoorbeeld een betere woonomgeving of inkomsten uit een energiecoöperatie) en lasten (bijvoorbeeld risico’s, overlast of investeringskosten). Deze lusten en lasten worden vaak niet op een rechtvaardige manier verdeeld. Om een afweging te maken, kun je op verschillende manieren kijken naar die verdeling. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid onderscheidt bijvoorbeeld de volgende vier categorieën:
Grootste nut
Individuele rechten en vrijheden
Draagkracht en solidariteit
Bijdrage en profijt
Procedurele rechtvaardigheid gaat over de mate van participatie in procedures en de inclusie van belanghebbenden in een besluitvormingsproces. De voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de processen van de energietransitie hebben invloed op bewoners en andere belanghebbenden. Daarom is een transparant en inclusief proces waarbij alle betrokkenen toegang hebben belangrijk.
Iedereen heeft andere behoeften en mogelijkheden in de energietransitie, afhankelijk van het type huis waar je in woont, de levensfase waar je je in bevindt of de financiële middelen die je hebt. In een rechtvaardige energietransitie wil je deze behoeften en mogelijkheden erkennen. Dat gaat niet over iedereen tegemoet komen of aan iedereens behoeften voldoen, maar om de vraag: welke individuen en gemeenschappen worden erkend en hoe gebeurt dat? En welke worden miskend in verdelingsvraagstukken?
De ongelijkheid in Nederland - en de rest van de wereld - neemt toe. Rijke mensen worden steeds rijker, terwijl andere groepen mensen juist achterblijven. Als we niets doen, verergert de energietransitie deze ongelijkheid. Terwijl dat niet hoeft. Je kunt de energietransitie ook gebruiken om bestaande onrechtvaardige situaties te herstellen. Of op zijn minst te verbeteren.
We werken aan grote vraagstukken en dilemma’s die bijna nooit helemaal wel of helemaal niet rechtvaardig zijn. Dat vraagt om een open en kritische mindset ten opzichte van jezelf en je eigen werk. Wat zijn je eigen normatieve aannames? En sta je open voor andere perspectieven? Probeer jezelf continu te blijven bevragen en open te staan voor andere perspectieven.